Manneken-Pis is bijna de helft van het jaar aangekleed en heeft wel meer dan 1000 pakjes.
Deze aankleedtraditie is werkelijk uniek in de wereld.
We vertellen u er alles over!
Waar komen al die kostuums eigenlijk vandaan?
De traditie van het aankleden ontstond ten vroegste in de 17e eeuw.
Het Brusselse stadsbestuur of de gouverneurs-generaal boden in die tijd kostuums aan voor speciale festiviteiten. De collectie was toen nog beperkt tot slechts enkele outfits.
Na de Eerste Wereldoorlog waren er veel schenkers die een kostuum wilden aanbieden. Het ging dan vooral over veteranenverenigingen. Van 1919 tot 1940 kreeg Manneken-Pis elk jaar een nieuw kostuum.
Na de Tweede Wereldoorlog nam de garderobe van ons ketje gemiddeld met vijf tot vijftien stuks per jaar toe. Vanaf de jaren tachtig steeg het aantal outfits zelfs tot vijfentwintig.
Vandaag groeit de collectie jaarlijks met zo’n 20 tot 30 nieuwe kostuums.
Deze outfits maken integraal deel uit van het erfgoed van de stad Brussel. Elk stuk wordt – net zoals een kunstwerk – geïnventariseerd en geconserveerd.
Na akkoord kan het kostuum worden gemaakt en wordt het officieel overhandigd aan het stadsbestuur tijdens een ceremonie op het stadhuis. Het wordt dan ingehuldigd bij de fontein waar Manneken-Pis zijn nieuwe outfit onthult.
Aan het einde van de dag komt het nieuwe kostuum in de Garderobe terecht.
Het is niet eenvoudig om Manneken-Pis aan te kleden!
Zijn voeten en handen zitten immers vast aan het beeld. Bovendien heeft hij geen klassieke maten.
Ook het gat voor de watertoevoerslang aan de achterkant mag niet vergeten worden. Ah ja, want elk kostuum wordt minstens één keer door het beeldje bij de fontein gedragen!